plaatje © Theodoor Heijerman

Trichoniscoides albidus

Habitat
Deze roodbruin gepigmenteerde Trichoniscoides-soort is gebonden aan vochthoudende plekken, al dan niet rijk aan kalk. Hij wordt gevonden langs sloten en greppels, oevers van plassen, aan randen van vochtige loofbossen, graslanden en rivierdijken.

De dieren zitten bij voorkeur op de grens van strooisellaag en minerale grond. De meeste vindplaatsen zijn zeer humusrijk en vochtig: bladstrooisel, rottende hopen gras, slootschoonsel, dood hout, puin, stenen, venige bodems en dergelijke. Ze trekken zich bij droogte ook dieper in de grond terug.

Op geschikte plekken kunnen aanzienlijke dichtheden worden bereikt. Geregeld wordt T. albidus gevonden op min of meer antropogene plaatsen, zoals fruitteeltbedrijven, bij duikers, bruggen en in de buurt van plantenkassen.

Ecologie
Mogelijk is T. albidus slecht bestand tegen koudere, continentale wintertemperaturen, wat zijn westelijke verspreiding in ons land zou kunnen verklaren. Mogelijk komt het aaneengesloten areaal ongeveer overeen met een bepaalde januari-isotherm en is hij meer naar het oosten toe meer afhankelijk van antropogene, warmere plekken.

Het is een interessante vraag of er inderdaad een verschil is in habitatvoorkeur tussen westelijke en oostelijke populaties. Kwel wordt slecht verdragen, in uiterwaarden kan hij daarom niet leven. Wel is er een aantal waarnemingen gedaan niet ver van de zeekust, zodat zoutspray in bepaalde mate getolereerd zou kunnen worden.

Tot de begeleidende soorten behoren Ligidium hypnorum, Trichoniscus pusillus, Philoscia muscorum, Trichoniscoides sarsi, Metatrichoniscoides leydigii en Haplophthalmus mengii.

Bron: Berg et al. (2008).

---> determinatie   

© EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden
Werkgroep Landpissebedden (Isopoda) - Zuideinde 56, 1551 EK Westzaan, Matty Berg - laatste update: 22-5-2015.