plaatje © Theodoor Heijerman

Trachelipus rathkii

Habitat
Trachelipus rathkii gedraagt zich in bepaalde mate als een rivier- en oeverbegeleidende soort. Hij komt voor in rivieruiterwaarden, ooibossen, ruig rietland, oeverkanten van greppels en langs sloten en plassen.

Binnendijks worden bosranden, wegbermen en allerlei oevertypen gekoloniseerd. De pissebedden houden zich op in de graszode, onder bladstrooisel, slootmaaisel, dood hout, grind, stenen, puin en aanspoelsel.

Vaak ook zitten ze in luchtige kleigrond of in mierennesten. Behalve in volkstuinen op klei wordt hij maar zelden op plaatsen gevonden die sterk door de mens zijn beïnvloed. Het is geen cultuurvolger te noemen.

Ecologie
Het meest karakteristieke van Trachelipus rathkii is dat hij zeer goed bestand is tegen inundatie. In rivieruiterwaarden komt hij daarom vaak voor in gezelschap van Hyloniscus riparius. Hij kan bovendien goed tegen droogte, waardoor ook open gebieden met weinig begroeiing of dekking kunnen worden gekoloniseerd.

Binnendijks ondervindt hij in bossen waarschijnlijk sterke concurrentie van Oniscus asellus en Porcellio scaber, met als gevolg dat hij hier naar suboptimale habitats verdrongen wordt, zoals wegbermen en graslanden.

Waarschijnlijk is T. rathkii in bepaalde mate kalkminnend. De dieren worden soms door een iridovirus besmet, waardoor ze blauw kleuren. Van de overige begeleidende soorten komen vooral Ligidium hypnorum, Philoscia muscorum en Trichoniscus pusillus in aanmerking.

Bron: Berg et al. (2008).

---> determinatie   

© EIS Kenniscentrum Insecten en andere ongewervelden
Werkgroep Landpissebedden (Isopoda) - Zuideinde 56, 1551 EK Westzaan, Matty Berg - laatste update: 22-5-2015.